‘Je mag kwaad zijn.’

|

Annette Mesander

Ik ben net klaar met een individuele taalles als ik de gang oploop. Op een klein bankje zie ik een jongen zitten. Alleen. Ik zie aan zijn gezichtje dat er iets is. De emotie is me niet duidelijk. Maar het zit niet goed, dat kan ik zien. Een beetje een uitdrukking van vertwijfeling, van het niet weten.

Hij kent me niet. En ik hem niet. Daarom benader ik hem rustig en met een beetje een figuurlijke afstand. ‘Vind je het goed dat ik even naast je kom zitten?’, vraag ik hem. Hij vindt het goed. Ik ga naast hem zitten. Ik laat het nog even stil zijn.

Als ik een zachte opmerking maak over zijn gevoel, buigt hij helemaal voorover en begint hij meteen te huilen. Later, als hij weer iets rustiger is, vraag ik of hij mij wil vertellen wat er is. Het heeft te maken met zijn juf, zo laat hij weten. ‘Ze begrijpt me niet. Ze luistert niet.’ Door de keuze van zijn woorden en hoe hij die uitspreekt, kan ik waarnemen wat er in zijn binnenwereld gaande is. Een door de juf uitgesproken zin dat hij ‘naar de grotemensenwereld ‘ zal gaan heeft hem ook erg geraakt.

Ik vraag hem niet waarom hij daar zit. Ik vraag hem niet naar de verdere inhoud. Ik wil hem bijstaan met zijn emoties.

Het wordt me duidelijk dat hij denkt dat hij er geen boze gedachten over mag hebben. ‘Je mag kwaad zijn’, zeg ik. En meteen hoor ik een zucht. Ik denk een zucht van opluchting omdat ik zeg dat hij kwaad mag zijn. Want dat is hij ook.

Even later stel ik voor om samen even de gang op en neer te lopen. ‘Het leidt een beetje af. Dan ben je in beweging. Misschien helpt dat om je een beetje beter te voelen’, zeg ik. Hij vindt het goed. Onder het lopen, praten we nog wat. We lopen de gang uit en keren dan weer om. ‘Ik voel me al iets beter’, zegt hij opeens. Ik ben blij voor hem. Halverwege de gang komt zijn juf eraan.

Als zij bij hem is, ga ik weer rustig weg. Een on-enigheid kan altijd gebeuren. Bij het weggaan denk ik alleen maar dat ik hoop dat ze elkaar weer vinden.

En de grotemensenwereld en de kinderwereld? Nou, als er gekozen móet worden, dan stel ik voor dat er meer grote mensen naar de kinderwereld gaan dan kinderen naar de huidige grotemensenwereld. Want in de kinderwereld is juist meer wijsheid te vinden.

* Annette