Zwakke leerlingen

|

Annette Mesander

Weet je wel dat zwakke leerlingen helemaal niet bestaan? Misschien denk je: huh? Nee, ze bestaan niet, gaan niet bestaan en hebben nooit bestaan.

Toch kom je ‘zwakke leerlingen’ voortdurend tegen. Je zou haast zelf gaan geloven dat die er zijn. Niet doen, hoor!

Hetzelfde geldt voor het kind dat ‘achterloopt’. Is ook niet waar.

Als je kijkt naar de benaming zwak, dan lees je onder andere de volgende betekenissen: bleek en mager, futloos, gebrekkig, krachteloos en ziekelijk. Wat doen we kinderen aan die deze benaming krijgen. Die krijgen deze kwalificatie op allerlei manieren echt wel mee, hoor.

Ik vind je emotioneel goed voelen het allerbelangrijkste. Daar draagt de voortdurend gegeven onjuiste betiteling ‘zwak’ niet echt aan mee.

Specialisten in schoolontwikkeling en professionalisering, psychologen, adviseurs, deskundigen van adviesdiensten, hoogleraren in het onderwijs en anderen, velen benoemen de ‘zwakke leerling’. Cito heeft het over leerlingen met een ‘vertraagde ontwikkeling’. Dit zijn wel de professionals die ervoor gestudeerd hebben, hè?

Helaas kom ik deze benaming ook in sommige schoolgidsen van basisscholen tegen. Misschien wordt er over jouw kind zo gesproken. Dan zit je je niet fijn te voelen als je dat hoort. Misschien wel jaar na jaar. Het is alsof je steeds gezegd wordt: ‘Je kind is niet goed (genoeg).’

Als je je realiseert dat basisscholing voornamelijk gaat om lezen, spellen en rekenen en dat deze vakken ook nog eens vaak op 1 bepaalde manier worden aangeboden in een vooraf bepaald tempo, waarbij geen rekening wordt gehouden met onmetelijke verschillen tussen kinderen, dan weet je dat kinderen zeer beperkt worden in hun vele (creatieve) mogelijkheden en met alle talenten die in hen zijn.

Verder mag je je realiseren dat elk kind altijd, zonder uitzondering, op zijn of haar eigen niveau zit met wat dan ook. Net als jij en ik. Er kan dus sowieso geen sprake zijn van zwakte of achterlopen. Dat is toch logisch?

En toch wordt er bepaald, via toetsen, welke kinderen niet voldoen en die het stempel ‘zwak’ krijgen.

Hoe wordt er gekeken naar ‘zwakke leerlingen’? Hoe wordt er omgegaan met ‘zwakke leerlingen’?

Ik heb zelf al voldoende trieste gevolgen gezien van deze denkvergissing.

Ik denk dat er nog wel enige bijscholing 😉 nodig is om de beperkte visie over scholing en beoordeling van onze kinderen te veranderen.

Weten we niet allemaal uit eigen ervaring wat bepaalde woorden en beoordelingen met je deden en doen, vroeger en nu?

Laten we beginnen met het woord ‘zwak’ en ook ‘achterstand’ voor leerlingen af te schaffen. Dit kunnen we met z’n allen zelf doen. Bij een schriftelijke of mondelinge uiting hiervan, kunnen we vragen of dit anders geformuleerd kan worden. (Die taalvaardigheid is er vast wel.) Laten we het vragen met geduld en vriendelijkheid. Want ik denk dat degenen die het hebben over ‘zwakke leerlingen’ zich helemaal niet bewust zijn van de onjuistheid én van wat deze uiting voor effect heeft of kan hebben op leerlingen en ouders. Dit zat namelijk niet in hun scholing.

* Annette